Adam & Eva

De topografie van de liefde, verbeeld in een intense versmelting
 
Materialen: brons, gips
Afmetingen: variërend
310 x 130 x 100 cm, 300 x 140 x 80 cm
69 x 20 x 22 cm, 162 x 50 x 40 cm
Jaar: 2002
 
Locaties:
De Zeshoek
De Merodelei
2300 Turnhout
België
 
Achter de Kerk
Kerkplein
2070 Burcht
België

 

 

 

Stef Van Bellingen (artistiek leider van kunstenplatform WARP en curator) over Adam & Eva:
“Met de sculptuur Adam en Eva keert Luk Van Soom terug naar de oorsprong van de dingen. Niet alleen in de verwijzing naar het mythische begin van de mens, maar eveneens zit er een terugkeer naar de bron van zijn persoonlijk esthetische ontwaken in vervat. Niet alleen volgt hij tijdens de zeventiger jaren avondlessen aan de Academie voor Schone Kunsten in Turnhout. Op een bepaald ogenblik wordt hij zich ook bewust van de (provocerende) schoonheid van één van de uitgebeelde naakte vrouwen welke onderdeel uitmaakt van het oorlogsmonument gelegen aan het Zegeplein. Dit herdenkingsmonument van Floris De Cuyper ter herdenking van de Eerste Wereldoorlog en de hieraan gekoppelde esthetische beleving vormen een belangrijke voedingsbodem voor deze nieuwe sculptuur : de sensuele verstrengling van Adam en Eva.

Vooral de Adam-figuur wordt verteerd door krachten die zijn gehele wezen bepalen. Als materie is hij onderdeel geworden van onstuimige natuurelementen. De articulatie van natuurelementen keert regelmatig terug in de zoektocht van de kunstenaar naar verborgen werelden. Hoewel zijn vervluchtigt tot een wolk, leent de vormgeving zich eveneens tot de interpretatie van een laaiend vuur. En zo lijkt het alsof in de extatische vereniging een atmosferische draaikolk van lust en bevrediging ontstaat. Adam en Eva lijken vanop afstand dan ook één te zijn, zo innig is de verstrengeling der lichamen.

De iconografie van erotische vereniging is uiterst zeldzaam in het verhaal van Adam en Eva. In de beeldgeschiedenis beperkt men zich hoofdzakelijk tot schepping, zondeval of verdrijving uit het paradijs. De bedwelmende ervaring van de liefdesroes en de kortstondige of onmogelijke vereniging is des te meer typerend voor het 19de eeuwse symbolisme. De symbolische figuren en gebaren waarmee deze omschreven wordt, nemen in deze voorstellingswereld veel plaats in beslag. Ondanks de van onze tijd verschillende morele opvattingen over de gemeenschappelijke intieme beleving tussen man en vrouw, blijft er een ruim palet over, waarin geliefden versmelten en opgaan in een verhevigde ervaring van het eigen ik.”